Rond deze periode komen ze uit hun overwinteringsplaats om op insecten te jagen. Vleermuizen overwinteren meestal in grote groepen om elkaar warm te houden. Dit kan in boomholtes, (mergel) grotten, dilatatievoegen of liftschachten. Wist je trouwens dat de vleermuis het enige zoogdier is wat kan vliegen?
De vrouwtjes leven samen in zogenaamde kraamkamers of -kolonies, hier worden de jongen geboren en verzorgd. De mannetjes leven op zichzelf. De meeste soorten hebben een zomer- en een winterverblijfplaats, die ze elk jaar via trekroutes bereiken. De soort die we het meest tegenkomen in gebouwen is de dwergvleermuis.
Omdat de vleermuizen in grote groepen samen rusten zijn ze zeer kwetsbaar. Bij instorting, overstroming en dergelijke kan een hele kolonie worden verwoest. Vleermuizen planten zicht ook traag voort. Sommige soorten zijn pas na enkele jaren geslachtsrijp, en krijgen meestal maar één jong per jaar.
Vleermuizen zijn nachtdieren en eten per nacht een kwart tot een derde van hun lichaamsgewicht aan insecten. Zo zorgen ze ervoor dat je overdag minder last hebt van die vervelende muggen!
Tijdens de jacht op insecten vliegen vleermuizen zeer onregelmatig, waarbij de vliegrichting steeds wordt aangepast. Door het gebruik van ultrasone geluiden kan een vleermuis in het donker zijn omgeving en afstand tot zijn prooi inschatten.
Het is bij wet verboden om vleermuizen te bestrijden of te verjagen. Ze worden beschermd binnen de Flora- en Faunawet. Vleermuizen mogen zelfs niet verstoord worden. Heb je een vleermuis in huis, zet dan een raam open en doe het licht uit. Het dier zal zo weer naar buiten kunnen vliegen. Ook kun je een lokale vrijwilliger bellen van een vleermuiswerkgroep.